SCHEMATHERAPIE EN
IMAGINAIRE EXPOSURE EN
IMAGINAIRE RESCRIPTING

SCHEMATHERAPIE

Schematherapie biedt een begrijpelijk en behoorlijk compleet model voor het in kaart brengen van oorzaken, gevolgen en mogelijke aanpak van psychische problemen. Vervolgens kun je dit met een veelheid van technieken gaan begrijpen en ervaren. Het is een vorm van psychotherapie waarbij meer wordt gedaan dan gepraat. Het gaat hierbij niet alleen om cognitie (denken) en gedrag, maar ook om het voelen hiervan. Vergeleken met de ruimschoots bekende Cognitieve Gedragstherapie (CGT) ligt de nadruk op emoties, biografische aspecten en de therapeutische relatie.

Een schema zou je kunnen zien als een psychologisch programma – een stukje software in het hoofd – dat denken, voelen en doen regelt. Via combinaties van neuronen in het brein, zoals ‘doen en laten’ van een computer wordt geregeld met programma’s. Met schematherapie leer je de invloed van psychologische software die je belemmert te verkleinen en meer nuttige software aan te leren, of te versterken.

Schema’s ontstaan voor een belangrijk deel in onze vroegste jeugd. Als we de wereld om ons heen proberen te begrijpen en daar zo goed als mogelijk mee willen omgaan, terwijl dat vooral op gevoelsniveau gebeurt. Schema’s zijn hierdoor diep verankerd in ons denken, gevoel en gedrag. Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kun je dus jaren na hun ontstaan met schema’s worden geconfronteerd.

Zoals bij Daria, van wie de vader overleed toen ze 2 jaar oud was en van wie de moeder 2 jaar later hertrouwde. Stiefvader en Daria lagen in die tijd vaak samen op de bank, waarbij hij haar voorlas, knuffelde en zoentjes gaf. Zodat Daria dacht dat stiefvader veel om haar gaf. Moeder had in die tijd promotie gemaakt en was voor haar werk vaak dagen achtereen op reis. Daria vond het dan prettig om bij stiefvader in het grote bed te slapen. Steeds vaker sloeg hij dan zijn armen om haar heen, drukte haar tegen zich aan en begon te strelen. Daria vond dat niet prettig, maar durfde er niets van te zeggen, ook niet tegen haar moeder. Ze ontdekte dat ze echter wel aan het vervelende gevoel dat ze hierbij kreeg kon ontsnappen, door zich in te beelden dat ze opsteeg en toekeek hoe stiefvader met het omhulsel van haar lijf bezig was. Jaren later, als Daria studeert, lukt het haar niet om met jongens intiem te worden. Als ze daarvoor hulp heeft gezocht, beseft ze dat ze door het schema ‘wantrouwen/misbruik’ snel op haar hoede is en zich niet met een ander verbindt, vanuit de verwachting dat anders misbruik van haar gemaakt zal worden. Met schematherapie ervaart ze, dat ze hier ook anders mee kan omgaan.

Om een kind voldoende mogelijkheden te bieden om zich tot een emotioneel gezond en veerkrachtig mens te ontwikkelen, moet niet alleen worden voldaan aan fysieke basis-behoeften, maar ook aan psychische basisbehoeften. Een tekort, of een teveel, kan leiden tot disfunctionele patronen in denken, voelen en doen. Met schematherapie wordt geleerd en geoefend, om disfunctionele schema’s – die ooit nuttig waren, maar dat nu niet meer zijn, te herkennen en daar anders mee om te gaan.

Het woord schema komt uit het Grieks en betekent ‘algemeen plan’. Dankzij schema’s is veel van ons denken, voelen en gedrag geautomatiseerd, wat handig is, omdat we daarover dan niet hoeven na te denken. Als de ‘psychologische software’ echter niet langer voldoet, zitten die schema’s in de weg. Een schema dat in de kindertijd nuttig en nodig was, kan een volwassene danig hinderen.

Schematherapie wordt vaak in groepsvorm gegeven en duurt dan meestal minimaal een jaar. Bij Vitaalbrein is alleen individuele kortdurende schematherapie mogelijk, met gemiddeld 15 sessies. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat tussendoor intensief aan opdrachten wordt gewerkt.

IMAGINAIRE EXPOSURE EN
IMAGINAIRE RESCRIPTING

In schematherapie wordt veel geoefend. Daarbij worden verschillende technieken en hulpmiddelen gebruikt, waaronder stoelentechniek, rollenspel en imaginaire technieken. Vrijwel iedereen heeft namelijk het vermogen om situaties, als een soort foto’s of filmpjes,  in het eigen hoofd te beleven. Soms ontstaan dergelijke beelden ongewild door herinneringen aan heftige situaties.

Met Imaginaire Exposure kun je situaties in het hoofd beleven alsof ze zich in werkelijkheid hebben voorgedaan, of zich gaan voordoen. Hierbij kun je gebeurtenissen naar wens laten verlopen. Individuele topsporters gebruiken Imaginaire Exposure bijvoorbeeld om prestaties ‘droog’ te oefenen. Tijdens dat droog oefenen blijkt niet alleen het brein te reageren, maar ook de betrokken spiergroepen. Omdat de combinatie van denken, voelen en doen het meest indringend is, gebruiken we bijvoorbeeld bij de behandeling van angst, naast Cognitieve Gedragstherapie, ook imaginaire technieken.

Met Imaginaire Rescripting (IR) kan de therapeut helpen om de voorstellingen in je hoofd van een andere inhoud te voorzien. Door je in gedachten (imaginair) voor te stellen dat een gebeurtenis anders verloopt dan je gewend was, biedt dat mogelijkheden om je eerst imaginair en daarna in werkelijkheid anders – en met het bijpassende gevoel – te gaan gedragen.
Imaginaire Rescripting wordt steeds vaker gebruikt bij het behandelen van psychisch trauma, met name bij complex trauma, of wanneer EMDR niet voldoende effect heeft.

Bij Vitaalbrein kunnen we Imaginaire Rescripting desgewenst combineren met het real time (live) beïnvloeden van hersengolven via EEG Neurofeedback. Hierdoor komt het brein in een toestand van verlaagd bewustzijn, en is het ontvankelijker voor het oproepen en van andere inhoud voorzien van beelden en gevoelens. Om situaties levensecht te kunnen beleven maken we eveneens gebruik van een speciale bril met Virtual Reality.